Nieuw record voor Nederlandse onderhoudsmarkt in 2019
Het aantal onderhoudsmomenten aan personenauto’s van particulieren en kleine ondernemers heeft in Nederland met 17,9 miljoen in 2019 een nieuw record bereikt. Afgelopen jaar steeg het aantal onderhoudsmomenten met bijna 11% ten opzichte van 2018 toen in totaal 16,2 miljoen onderhoudsbeurten werden afgenomen. Dit blijkt uit de Aftersales Monitor 2019 van RAI Vereniging, de Nederlandse Traxio.
Sinds de start van de Aftersales Monitor in 2009 werden nooit zoveel bezoeken aan de werkplaats geteld en dat resulteert in een omzetstijging van 8% ten opzichte van 2018. In totaal werd in 2019 3,95 miljard euro omgezet. Het hoogste omzetniveau sinds 2012. RAI Vereniging voorzitter Steven van Eijck: “Het is bemoedigend om te zien dat automobilisten onderhoud niet meer uitstellen. Na jaren van terugval, zien steeds meer mensen de waarde van onderhoud in voor zowel de staat van het voertuig, als ook voor de verkeersveiligheid. Bovendien zien wij dat auto’s steeds betrouwbaarder worden en de jaarlijkse gemiddelde uitgaven dalen. Nieuwe toekomstige marktuitdagingen zitten in de veranderende onderhoudsbehoefte van elektrische auto’s en de overgang naar geconnecteerde voertuigen. Dit vraagt om hoogwaardige vakkennis en vaardigheden. Hier kunnen garagehouders op inspringen en zich specialiseren.”
De gemiddelde jaarlijkse onderhoudskost is de afgelopen jaren aanmerkelijk gedaald. Zo werd in 2010 nog gemiddeld 670 euro per jaar aan onderhoud besteed, terwijl in 2019 dit bedrag nog maar op 461 euro lag. Dit geldt voor auto’s van alle leeftijden. Met name het onderhoud aan auto’s van 4 tot 6 jaar oud is goedkoper geworden. Gemiddeld betaalt men bijna een derde minder dan 11 jaar geleden. Voor een jonge auto van maximaal drie jaar oud, was men elf jaar geleden jaarlijks gemiddeld 25% meer kwijt.
De meeste onderhoudsbeurten zijn tussentijdse reparaties, in totaal 30% van alle onderhoudsmomenten. Gevolgd door periodieke controle (15%) en autokeuring (14%) die in Nederland bij erkende garagebedrijven wordt uitgevoerd. Het meest werd aan autokeuring en periodiek onderhoud uitgegeven. Dit laat zien dat veiligheid en milieu nog steeds belangrijke factoren zijn om onderhoud te laten verrichten.
De coronacrisis laat diepe sporen na in de mobiliteitsbranche. Ook de onderhoudsmarkt wordt niet ontzien, ondanks dat werkplaatsen en garages afgelopen maanden open zijn gebleven. Volgens Van Eijck is nog niet duidelijk welk effect de crisis precies heeft op het aantal onderhoudsmomenten, want het einde is nog niet in zicht.