Bi-turbo kampt met te lage inlaatdruk
Werkplaatstip
Wanneer een motor met bi-turbo te maken krijgt met een te lage inlaatdruk, wordt de diagnose al snel complex. Meerdere turbo's, kleppen en regelsystemen maken het foutbeeld minder eenduidig. Dit praktijkgeval bij een Mercedes-Benz Sprinter 906 toont hoe gestructureerd uitsluiten leidt tot een onverwachte conclusie.
Klacht en foutcodes
De eigenaar van een Mercedes-Benz Sprinter 906 meldt dat het motorstoringslampje brandt en dat het voertuig duidelijk vermogen mist. De monteur leest de foutcodes P0299 en P2263 uit. Beide codes wijzen erop dat de gevraagde inlaatdruk niet wordt gehaald.
Omdat het hier om een motor met bi-turbo gaat, blijkt het niet eenvoudig om de oorzaak meteen te bepalen. De monteur vraagt daarom technisch advies.
Eerste controlepunten
Op basis van ervaring met deze motorconfiguratie worden drie aandachtspunten meegegeven, waarvan de eerste twee in de werkplaats zelf kunnen worden gecontroleerd.
1. Inlaattraject controleren op lekkage
Scheuren in het kunststof inlaatspruitstuk kunnen drukverlies veroorzaken. Het volledige inlaattraject moet worden afgeperst met een rookmachine. Let op: een standaard rooktest volstaat niet, omdat eventuele scheuren pas lucht doorlaten bij een overdruk van meer dan twee bar.
2. Vacuümsysteem controleren op vervuiling
Vervuiling in het vacuümsysteem kan ontstaan door een interne lekkage in de waterpomp. Omdat deze pomp op hetzelfde vacuümsysteem werkt, kan koelvloeistof in de vacuümslangen terechtkomen. Het gevolg is een ‘traag’ vacuüm, waardoor de drukregeling niet meer correct functioneert en afwijkingen in de inlaatdruk ontstaan.
Interne slijtage als mogelijke oorzaak
Een derde mogelijke oorzaak is slijtage in de drukregeling van de turbo’s. Wanneer de wastegate speling vertoont, sluit deze niet meer correct. Daardoor worden de uitlaatgassen onvoldoende naar de kleine turbo gestuurd, met een te lage inlaatdruk als gevolg. In de meeste gevallen is de wastegate van de grote turbo hierbij niet de oorzaak.
De monteur controleert de eerste twee punten en stelt geen afwijkingen vast. Om het derde punt te beoordelen, is een interne inspectie van de turbo noodzakelijk. De bi-turbo wordt gedemonteerd – een arbeidsintensieve klus – en ter beoordeling opgestuurd.
Inspectie van de bi-turbo
Bij inspectie blijkt dat de lagers in goede staat verkeren, wat wijst op een correcte oliesmering. Ook de compressorwielen en assen vertonen geen schade of abnormale slijtage.
Pas bij het losnemen van het turbinehuis wordt het probleem zichtbaar: de omschakelklep vertoont voelbare en zichtbare overmatige speling. Wanneer de klep een volledige slag maakt, kantelt ze, waardoor ze niet meer correct afsluit. In extreme gevallen is de zijdelingse beweging zo groot dat de actuatorstang kan klemmen en de klep volledig open blijft staan.
Conclusie
Op basis van de uitgevoerde controles kan worden uitgesloten dat externe factoren de oorzaak zijn van de te lage inlaatdruk. In dit uitzonderlijke geval ligt het probleem in de bi-turbo zelf. Aangezien ook de oliesmering in orde is, vormt vervanging van de turbo hier de aangewezen oplossing om het voertuig opnieuw probleemloos in gebruik te nemen.
Dit artikel is tot stand gekomen met medewerking van Turbo's Hoet (www.th-group.eu / www.turbopartner.com)






