ACEA vraagt koerscorrectie voor Europees autoregelgevend pakket
De Vries formuleert vijf kernadviezen voor een realistischer beleid
In aanloop naar het Automotive Package van de Europese Commissie op 10 december, waarschuwt Sigrid de Vries, directeur-generaal van ACEA, dat de transitie naar zero-emissiemobiliteit dreigt vast te lopen. Volgens de Vries is de vraag of de Europese autosector de verbrandingsmotor opnieuw omarmt, misplaatst. ‘Het antwoord is simpel: nee. Electrificatie leidt toekomstige mobiliteit.’ De industrie investeerde al honderden miljarden euro’s en levert vandaag meer dan 300 geëlektrificeerde modellen in de EU.
Toch blijft de realiteit hardnekkiger dan de doelstellingen. De Europese markt herstelde nooit volledig van de coronaperiode en mist sinds 2020 jaarlijks ongeveer drie miljoen nieuwe voertuigen. Tegelijk blijven overheden achter met laadinfrastructuur, netverzwaring en consistente incentives. Het gevolg: de CO2-targets voor 2030 en 2035 zijn, in de huidige omstandigheden, niet haalbaar.
De Vries vraagt geen terugkeer naar het verleden, maar een ‘slimmere, pragmatische aanpak’ die rekening houdt met diversiteit in mobiliteitsbehoeften, economische veiligheid en concurrentiekracht.
Vijf aanbevelingen voor een uitvoerbaar Automotive Package
1) Een gedifferentieerde aanpak voor personenwagens, bestelwagens en trucks
De snelheid van de transitie verschilt sterk per voertuigcategorie. Daarom pleit ACEA voor een ‘driesporenbeleid’.
Bestelwagens, cruciaal voor kmo’s, hebben meer flexibiliteit nodig en aangepaste CO2-doelstellingen. Voor trucks en bussen vraagt ACEA een versnelde herziening van de CO2-regelgeving voor zware voertuigen en maatregelen die boetes vermijden wanneer externe factoren meespelen.
2) Een flexibel en technologieneutraal CO2-kader
De huidige regelgeving focust te sterk op het aanbod van nieuwe voertuigen en te weinig op vraagcreatie.
ACEA wil flexibiliteit om torenhoge boetes te vermijden en geen uitsluiting van technologieën die met hernieuwbare energiedragers kunnen werken, zoals PHEV’s, range-extenders of waterstof-brandstofcellen.
Daarnaast moeten CO2-reducties in de toeleveringsketen meetellen, bijvoorbeeld via groen staal, aluminium of batterijen. Een snellere vlootvernieuwing kan bovendien grote winst opleveren: 30% van de Europese vloot is ouder dan 20 jaar, waardoor elke nieuwe auto 6 tot 12 ton CO2 kan besparen.
3) Meer focus op vraagstimulering
Consumenten beslissen vooral op basis van kost, fiscaliteit, elektriciteitsprijzen en gebruiksgemak. Daarom moeten EU en lidstaten vraagcreatie centraal zetten.
Bedrijfswagens kunnen een belangrijke hefboom zijn. Voor personen- en bestelwagens verkiest ACEA incentives boven bindende quota. In het zware vervoer ziet ACEA een rol voor grote verladers, die een groter aandeel zero-emissietransport kunnen eisen.
Ook publieke overheden moeten het voortouw nemen in hun eigen aanbestedingen. Tegelijk moeten de grote verschillen in laad- en tankinfrastructuur aangepakt worden om een ‘driesnelheden-Europa’ te vermijden.
4) Voorzichtig omgaan met ‘Made in Europe’-verplichtingen
De Europese auto-industrie ondersteunt 2,5 miljoen directe jobs en staat voor meer dan 7,5% van het BBP.
Hoewel lokale productie belangrijk blijft, waarschuwt ACEA dat verplicht lokaal aandeel in voertuigen geleidelijk, segmentgebonden en met respect voor internationale handelsregels moet worden ingevoerd.
Concurrentievermogen blijft een basisvoorwaarde: betaalbare energie, snellere vergunningen, voldoende geschoolde arbeidskrachten en financiering voor batterijproductie zijn cruciaal om investeringen in Europa aantrekkelijk te houden.
5) Een ambitieus plan voor regelgevingsvereenvoudiging
Het Automotive Omnibus-pakket biedt een eerste stap, maar er komen de volgende vijf jaar meer dan honderd nieuwe wetgevende dossiers aan.
In een sector met lange ontwikkelingscycli moeten wetgevingstijdlijnen beter aansluiten op industriële realiteit. ACEA ondersteunt het initiatief van Commissievoorzitter von der Leyen om de productie van kleine, betaalbare auto’s in Europa te stimuleren.
Voor sommige regelgeving, zoals onderdelen van Euro 7, vragen fabrikanten een uitstel van implementatie.
Urgentie voor bijsturing
Voor de Vries staat vast dat de inzet groot is. De auto-industrie vormt een economische pijler, ondersteunt regionale werkgelegenheid en speelt een cruciale rol in mobiliteit en welvaart.
Maar "leiderschap kan niet bestaan op politieke ambities alleen". Een koerscorrectie is dringend nodig, en het Automotive Package vormt volgens haar een belangrijk kantelmoment voor de toekomst van de sector.
