Oorzaak

• Verkeerde opbouw op kunststof ondergrond, waardoor de ondergrond oplost
• Reparatielak onvoldoende uitgehard
• Sterke uv-belasting / temperatuurschommelingen
• Te korte uitdamptijd nat-in-natverwerking
• Te dikke totale lakopbouw

Preventie

• Geschikte opbouw op ondergrond
• Juiste dosering harder
• Aanbevolen uitdamptijden aanhouden
• Opbouw en laagdiktes checken, eventueel afschuren/afbijten

Herstel

• Lak afschuren tot op 'gezonde' laklaag
• Met geschikte grondmaterialen en aflak opnieuw behandelen

Oorzaak

• Te spuiten oppervlakken werden onvoldoende gereinigd. Groepering van blaasjes verraadt vaak mogelijke oorzaak (snoer = veegsporen, nest = afdrukken handpalmen/vingers)
• Te korte wateruitdamptijden bij het natschuren
• Onvoldoende wegnemen van water voor aanbrengen grond- of aflak

Preventie

• Reinig oppervlakken grondig
• Regelmatig schoon schuur- en reinigingswater nemen
• Polyester enkel droogschuren

Herstel

• Lak afschuren tot op 'gezonde' laklaag
• Met geschikte grondmaterialen en aflak opnieuw behandelen

Oorzaak

• Onzuiverheden door lakresten / verkorsting spuitpistool, persluchtslang en werkkleding
• Spuitnevel verzamelt zich aan plafond spuitcabine bij slechte ventilatie of verontreinigde filters
• Laknevel van naburige spuitwerkzaamheden

Preventie

• Grondig reinigen spuitpistool, luchtslangen en werkkleding
• Ventilatie door cabinefabrikant laten instellen. Regelmatige reiniging cabine en filterinstallaties
• Afgrenzing naburige spuitwerkzaamheden

Herstel

• Polijsten met fijne polijstpasta en met hoogglanspolish napoetsen
• Grotere oneffenheden vlakschuren en opnieuw lakken

Oorzaak

• Te weinig additief voor het elastisch maken van de lak
• Te dikke totale lakopbouw

Preventie

• Exacte dosering additief gebruiken, zoals door fabrikant voorgeschreven
• Voorgeschreven laagdiktes aanhouden

Herstel

• Laklagen mechanisch verwijderen en opnieuw lakken
• Gebruik geen afbijtmiddel (aantasting kunststof onderdelen!)

Oorzaak

• Onvoldoende reiniging kunststof ondergrond
• Onvoldoende geschuurd
• Gebruik ongeschikt reinigingsmiddel
• Niet gehard kunststof onderdeel (purschuimdelen en PU)

Preventie

• Zorgvuldig reinigen kunststof ondergrond. Sterke vervuiling met schuurpad of harde borstel
• Gebruik aanbevolen schuurmiddelen
• Gebruik ontvettings- en reinigingsmiddel
• Lossingsmiddelen laten uitzweten
• Niet-schurende vuller en/of kunststofadditief verwerken

Herstel

• Alle laklagen volledig verwijderen en lakprocedé toepassen
• Gebruik geen afbijtmiddel (aantasting kunststof onderdelen!)

Oorzaak

• Fouten bij het persen van kunststof of in schuimsamenstelling

Preventie

• Kunststof onderdelen controleren op porositeit voor het aanbrengen van de lak
• Vullen met kunststoffiller

Herstel

• Na het schuren de poriën vullen en opnieuw spuiten

Oorzaak

• Wegzakken (te dikke) laklagen
• Weersomstandigheden
• Verkeerde dosering verharder
• Onvoldoende/verkeerd onderhoud lak
• Te vroege belasting nieuwe laklaag
• Te lage luchtcirculatie bij het drogen

Preventie

• Voorgeschreven laagdiktes aanhouden
• Lak regelmatig onderhouden
• Voorgeschreven mengverhoudingen aanhouden
• Aanbevolen droogtijden aanhouden
• Ventilatie controleren en eventueel vloer- of plafondfilters vervangen

Herstel

• Plekken behandelen met fijne polijstpasta
• Napolijsten met hoogglanspolish
• Niet voldoende: nieuwe laklaag aanbrengen

Oorzaak

• Onvoldoende reiniging oppervlak voor spuiten
• Pluizende spuitoveralls of poetsdoeken
• Vervuiling in cabine door vuile/ lekkende filters (verkeerde ventilatie, overdruk ...)
• Aanzuigen van verontreinigde lucht

Preventie

• Grondig reinigen voor het aanbrengen van lak
• Gebruik niet-pluizende overalls en doeken
• Ventilatie door cabinefabrikant instellen. Cabine en filterinstallaties regelmatig reinigen en onderhouden
• Poetsruimtes fysiek en qua ventilatie scheiden van spuiterij

Herstel

• Polijsten met fijne polijstpasta en napolijsten met hoogglanspolish
• Grotere oneffenheden vlakschuren en opnieuw spuiten

Oorzaak

• Te dikke laklagen
• Te korte verharder/verdunner
• Te korte uitdamptijden tussen laklagen
• Te lange uitdamptijden voor het drogen
• Te weinig afstand bij het ir-drogen
• Te korte uitdamptijden tussen laklagen bij nat-in-natverwerking

Preventie

• Voorgeschreven laagdiktes aanhouden
• Temperatuurtabel gebruiken en verharder/verdunner afstemmen
• Voorgeschreven uitdamptijden aanhouden
• Bij gebruik IR-apparatuur aanbevolen afstand en intensiteit aanhouden
• Aanbevelen laagdiktes en uitdamptijden aanhouden

Herstel

• De lak tot op de 'gezonde' laag afschuren. Opnieuw behandelen met grondmaterialen en/of aflak
• Bij het niet volledig wegschuren van kookblaasjes in de lak kunnen er in de volgende laklaag 'pinholes' ontstaan

Oorzaak

• Olie/vet, was- en siliconenresten van mens (kledij, handschoenen ...), cabine (bewegende delen ...), lakmateriaal (additief, verdunningen ...), werkstuk (oplosmiddelen ...), hulpmiddelen (poetsdoeken, plakband ...) en omgeving (verontreinigde lucht, isolatie­materiaal ...)

Preventie

• Rekening houden met voornoemde oorzaken
• Gebruik zo min mogelijk siliconen­producten
• Zorg voor een goede reiniging van de ondergrond

Herstel

• Lak tot op de 'gezonde' laklaag afschuren
• Daarna met geschikte grondmaterialen en aflak opnieuw behandelen

Oorzaak

• Samenstelling pigmenten/basiskleuren stemt niet overeen met samenstelling oorspronkelijke lak
• Mengen van een onbekende kleur zonder controle bij verschillende soorten licht
• Bijtinten van een bekende kleur zonder bijtinttabel

Preventie

• Bij onbekende kleuren kan men enkel metamerie voorkomen via een kleurmeting
• Bij een bekende mengformule moet de kleur bij verschillende soorten licht gecontroleerd worden
• Kleur met basiskleuren uit meng­formule en/of volgens bijtinttabel

Herstel

• Geringe mate van metamerie kan men oplossen door het bijspuiten van een groot oppervlak
• Bij ernstige metamerie: de kleur opnieuw mengen of via een kleur­meting opnieuw bepalen

Oorzaak

• Mechanische beschadiging lak­oppervlak tast laklaag van binnenuit aan
• Ontoereikende voorbehandeling metalen ondergrond
• Vliegroest
• Ontoereikende/ontbrekende beschermende laag

Preventie

• Onmiddellijke reparatie van beschadigde plekken
• Grondig reinigen metalen oppervlak
• Gezandstraalde oppervlakken onmiddellijk gronden
• Waar nodig, afdichten en beschermen

Herstel

• Laklagen en roest van beschadigde plek verwijderen (schuren, afbijten en stralen). Vervolgens reinigen met metaalreinigingsmiddel of siliconen- en teervlekverwijderaar. Opnieuw behandelen met geschikte grondmaterialen en aflak

Oorzaak

• Stoffen op de te spuiten ondergrond die voor slechte hechting zorgen
• Ongeschikte primer op ondergrond
• Ondergrond onvoldoende of niet geschuurd
• Grondmateriaal of basislak te droog of te dun
• Drooginstructies niet opgevolgd

Preventie

• Voor elke ondergrond de juiste primer gebruiken
• Primer volgens voorschriften gebruiken
• Lagen niet te dik aanbrengen
• Ondergrond zorgvuldig reinigen

Herstel

• Lagen verwijderen die onthechting vertonen
• Ondergrond zorgvuldig schuren en reinigen. Vervolgens opnieuw behandelen met geschikte grondmaterialen en/of aflak

Oorzaak

• Kookblaasjes in (oude) lak

Preventie

• Kookblaasjes helemaal wegschuren of dichtplamuren

Herstel

• Pinholes kan men enkel vermijden door aangetaste plekken te schuren of dicht te plamuren

Oorzaak

• Te korte droogtijd/te hoge laagdiktes van totale lakopbouw of onnauw­keurige dosering van verharder
• Inbranding polijstmiddel (te veel druk)
• Kantelen poetsmachine
• Ongeschikte poetspad
• Agressieve poetsmiddelen
• Poetsen van object met te hoge temperatuur of bij direct zonlicht

Preventie

• Aanbevolen laagdiktes, droogtijden en doseringen van verharder aanhouden
• Voor poetsen de lak laten doordrogen
• Geschikte poetsmiddelen en -machines gebruiken
• Machines niet kantelen en niet te veel druk uitoefenen
• Koel object/niet poetsen bij direct zonlicht

Herstel

• Napoetsen met hoogglanspolish
• Indien nodig, eerst behandelen met fijne polijstpasta

Oorzaak

• Te grof schuurmiddel. Lak krimpt sterker in groefjes (dikkere laklaag)
• Voorgeschreven droogtijden niet gerespecteerd: zwelling grondmateriaal en wegzakken na droging van laklagen
• Lagen te dun, dekken schuren in lagen eronder niet af
• Verkeerde schuurtechniek/-apparatuur

Preventie

• Aanbevolen schuurpapierkorrel gebruiken. Gebruik controlekleur
• Voorgeschreven droogtijden en -methodes aanhouden
• Voorgeschreven laagdiktes aanhouden
• Schuurmachine pas inschakelen na de plaatsing op het oppervlak. Bij droogschuren grondmateriaal: max. 5 mm excentrische uitslag

Herstel

Oorzaak

• Te grote afstand tot object bij spuiten
• Te lage spuitdruk (slechte verneveling)
• Te dunne laklaag
• Te hoge viscositeit
• Verharder/verdunner niet op spuittemperatuur afgestemd
• Te kleine spuitopening
• Uitdamptijden niet aangehouden

Preventie

• Spuittechniek gebruiken die bij lak hoort
• Verharder/verdunner aanpassen aan spuittemperatuur (temperatuurtabel)
• Viscositeit instellen a.d.h.v. technische informatie van lakfabrikant

Herstel

• Bij kleine oneffenheden schuren met grote korrel, polijsten met fijne polijstpasta en hoogglanspolish
• Grotere oneffenheden vlakschuren en herspuiten

Oorzaak

• Slechte opname van spuitnevel door verkeerde afstelling verharder/ verdunner en lakomstandigheden
• Aangrenzende oppervlakken onvoldoende afgedekt

Preventie

• Verharder/verdunner afstemmen op temperatuur en objectgrootte (temperatuurtabel)
• De niet te lakken onderdelen voldoende afdekken

Herstel

• Polijsten met fijne polijstpasta en hoogglanspolish

Oorzaak

• Onvoldoende droging nieuwe laklagen
• Te dikke lagen
• Verkeerde dosering van harder

Preventie

• Aanbevolen droogtijden en -methodes, laagdiktes en mengverhouding aanhouden

Herstel

• Met proper water afwassen
• Blijvende kringen: polijsten met fijne polijstpasta en napolijsten met hoogglanspolish
• Grotere oneffenheden schuren en opnieuw spuiten

Oorzaak

• Te korte droogtijd en/of te dikke laag filler
• Te dunne of ontbrekende isolatie geplamuurde plekken
• Opzwellen oplosmiddelgevoelige ondergronden
• Verkeerde dosering van harder voor plamuur en fillers
• Verkeerde lakopbouw

Preventie

• Aanbevolen laagdiktes en droogtijden aanhouden
• Droging met IR-apparatuur
• Voldoende dikke isolatielaag (50 µm)
• Oplosmiddeltest met acryl of nitro. Fijner uitschuren. Filler isoleren. Watergedragen filler gebruiken
• Voorgeschreven mengverhoudingen
• Lakprocedé afstemmen op ondergrond

Herstel

• Beschadigde plekken vlakschuren
• Opnieuw behandelen met geschikte fillers en/of aflak

Oorzaak

• Onregelmatig aanbrengen basislak
• Te korte uitdamptijd bij basislak voor spuiten blanke lak
• Te veel of te weinig basislak gespoten

Preventie

• Gelijkmatig spuiten basislak
• Voorgeschreven uitdamptijden aanhouden
• Basislak op voorgeschreven manier spuiten

Herstel

• Bij verschijnen tijdens opbrengen basislak: d.m.v. het nanevelen wegwerken
• Wolken zichtbaar na opbrengen blanke lak: lak na drogen schuren en opnieuw spuiten

Oorzaak

• Verkeerde samenstelling materiaal
• Te lage viscositeit
• Materiaal of object te koud
• Te dikke applicatie
• Te dikke lagen
• Te korte uitdamptijden
• Spuitpistool te kort bij object
• Te grote spuitopening
• Onregelmatige aanbrenging

Preventie

• Samenstelling materiaal, spuitpistool en spuittechniek aanpassen aan toepassing
• Spuitpistool reinigen en kleinere spuitopening gebruiken

Herstel

• Na uitharding met lakschaaf/ schuurblok/nat schuurpapier zakker verwijderen
• Polijsten met fijne polijstpasta en hoogglanspolish